Cardiac Care-verpleegkundige Kim: “De patiënten die naar mij vragen en mij onthouden, omdat ik mijn werk goed doe, ja dat vind ik leuk.”

Ik ben Kim Vossenberg en ik werk al 4,5 jaar op de hartbewaking, eerste harthulp en op de hartkatheterisatiekamer. Momenteel in de functie van Cardiac Care verpleegkundige. Als CCU-verpleegkundige geef ik zorg aan patiënten met diverse cardiologische ziektebeelden en verleen ik ingewikkelde zorg aan instabiele CCU-patiënten.

Tijdens het eerste jaar dat ik hier werkte, was ik in opleiding tot Cardiac Care Unit (CCU) verpleegkundige. Dat was best wel aanpoten en heel divers. Door verschil in drukte op de afdeling was de ene dag makkelijker dan de ander. Daardoor was ook geen dag hetzelfde. Al snel ben ik op de hartkatheterisatiekamer gaan werken om mij daar verder te specialiseren. Mijn werk is afwisselend en dat vind ik heel erg leuk. 

Als je op de hartbewaking werkt, heb je een leuk, groot en divers team. Er zijn veel jonge collega’s op de afdeling en er worden veel mensen opgeleid. Dat maakt het leuk en leerzaam, omdat de ‘oude garde’ steeds wordt gekoppeld aan de nieuwkomers. Op deze manier blijf je van elkaar leren en word je sterker en beter in je vak. 

Op de hartkatheterisatiekamer is het team kleiner. Je werkt daar nauw samen met de cardioloog in opleiding, cardioloog en één directe collega. Je moet dus echt op elkaar vertrouwen en kunnen bouwen. Dat vind ik heel prettig. 

Dat ligt aan de werkplek van die dag. Als ik op de Cardiac Care dienst heb, heb ik dag-, avond- of nachtdienst. Op de hartkatheterisatiekamer begin je vaak om 08.00 uur ‘s ochtends en werk je tot half 6. 

’s Ochtends hebben we samen met de nachtdienst een overdrachtsmoment. We bespreken welke patiënten er op de afdeling liggen, de complexiteit van patiënten en verdelen het werk. De studenten kiezen eerst, omdat ze dan patiënten kunnen kiezen die bij hun leerdoelen aansluiten. Op deze manier leren ze wat ze nodig hebben. Soms begin je ook op de eerste harthulp. Hier komen vaak snel nieuwe patiënten binnen die je moet opnemen. Het kan ook zijn dat je een patiënt hebt die aan de monitor ligt, dan begin je met het wassen van de patiënt, controleren van de pompen en standen en het geven van de medicijnen. 

De diversiteit aan complexiteit van patiënten is erg groot. Hierdoor heb je de ene dag een drukkere en complexere dag dan de andere.

Het leukste aan mijn werk is het contact met mijn patiënten. Of ik nu op de hartbewaking, eerste harthulp of de katheterisatiekamer werk, het contact met mijn patiënten vind ik echt het allerleukst. Iedereen heeft een eigen verhaal, los van dat zij patiënt zijn. Ik wil dat mensen zich zoveel mogelijk comfortabel voelen en dat lukt vaak door ook te vragen naar hun leven. 

Wat mij vooral bijblijft zijn patiënten die op de afdeling binnenkomen zonder enige voorgeschiedenis. Sommige mensen komen bijvoorbeeld binnen met wat pijn op de borst. Uit de lab uitslagen blijkt dan dat ze een hartinfarct hebben gehad.  Ze krijgen dan ineens allerlei zorg en medicatie, waardoor er veel op hen afkomt. Wat mij dan bijblijft, is hoe belangrijk het is om de patiënt door dit proces heen te helpen en te coachen waar nodig.   
 
Wat me ook bijblijft zijn patiënten die hier vaker komen, omdat ze een hartritmestoornis hebben. Zij kennen bepaalde verpleegkundigen en vragen dan bijvoorbeeld: “Is Kim er toevallig? Zij kon mij de vorige keer zo goed prikken!” Dat zijn de kleine dingen, de waardering. Dat de patiënten me onthouden en naar mij vragen, omdat ik mijn werk goed doe. Ja, dat vind ik leuk.