Hoe ben je op deze afdeling in het Diakonessenhuis terechtgekomen?

“Ik wilde eerst de opleiding Verloskunde doen, maar werd voor die studie niet aangenomen. Daarom besloot ik de opleiding Verpleegkunde te volgen. Twee van mijn docenten werkten op de afdeling Verloskunde in het Diak en waren daar erg enthousiast over. Door hen zag ik in dat ik via de opleiding Verpleegkunde óók kan werken binnen het verloskundige vak, als obstetrieverpleegkundige. Dankzij deze twee inspirerende docenten heb ik in het vierde jaar mijn stage in dit ziekenhuis kunnen doen en ben ik uiteindelijk gebleven. Het beviel me zo goed dat de studie Verloskunde er niet meer van is gekomen.”

Je docenten waren erg enthousiast over deze afdeling, hoe ervaar jij de sfeer?

“Ontzettend goed! Er is een heel fijne sfeer, ook onderling tussen de artsen en verloskundigen. Ik ervaar dit hier veel positiever dan in andere ziekenhuizen waar ik stage heb gelopen. Er is hier geen hiërarchie, waardoor er een hele fijne samenwerking ontstaat. Het team is prettig en het is echt gezellig met elkaar. Ik kan met volle overtuiging zeggen dat ik elke dag met veel plezier naar mijn werk ga!” 

Wat vind je zelf het leukst aan jouw functie?

“Het begeleiden van bevallingen is het meest bijzondere dat er is. Dat je mensen op de mooiste en belangrijkste - maar ook een van de moeilijkste en emotionele - dagen van hun leven mag begeleiden is geweldig. Het blijft bijzonder en soms ontzettend heftig, want er is nooit één bevalling hetzelfde. Dat onvoorspelbare van het vak vind ik uitdagend en leuk. Het geeft een kick wanneer je samen met je team ook tijdens drukke diensten goede zorg kan leveren. Dat je tegen elkaar zegt: “Nou, we hebben het weer gedaan vandaag. Weer gelukt om met elkaar iedereen te helpen!”

Niet elke dag is hetzelfde, maar hoe ziet jouw dag er ongeveer uit?

“Het is inderdaad echt heel wisselend. Soms komt er een vrouw binnen met volledige ontsluiting, maar je kan ook iemand hebben die net aan de weeënopwekkers is begonnen. Het kan zijn dat je in één dienst beiden begeleidt. Dan moet je dus steeds wisselen van aanpak en er voor beiden op de juiste momenten zijn.

In ons ziekenhuis worden zo’n 3000 kinderen per jaar geboren. Daarvan gaan de meeste bevallingen goed, gelukkig. Een bevalling tot een goed einde brengen, daar haal ik voldoening uit. Maar het komt ook voor dat het mis gaat. Dat een kindje een slechte start heeft of komt te overlijden. Dat hoort ook bij mijn werk en daar komt ook een ontzettend belangrijk stukje zorg bij kijken. In deze situatie kan ik juist heel veel betekenen voor de ouders. Mijn dagen zijn dus heel divers. Soms zwaar, maar vooral erg mooi.”

Welk moment of welke patiënt is jou echt bijgebleven in die 10 jaar tijd?

“Ja, heel veel! Eén patiënt of moment uit kiezen vind ik lastig. In het begin hield ik het bij, maar in het eerste jaar waren het er al mee dan 100! Momenten die me bijblijven, zijn natuurlijk als mensen met persdrang in de lift staan en die we nét op tijd in bed kunnen krijgen om te bevallen. Ook hebben we een drieling bevalling gedaan. Dat was ontzettend bijzonder. Net als de geboorte van een tweeling die bij 26 weken geboren werden. Veel te vroeg natuurlijk, we doen in ons ziekenhuis pas bevallingen vanaf 32 weken. Maar als iemand binnenkomt en persdrang heeft of volledige ontsluiting, dan kun je niet anders. Deze bevalling was een onwijze kick, want het ging gewoon super goed. We werkten samen met artsen van het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Samen deden we de eerste opvang en daarna werden de baby’s naar het WKZ gebracht. Dat zijn wel momenten die je bijblijven!”

Enthousiast geworden van het verhaal van Djoeke?

Bekijk dan onze vacatures of leer meer over onze afdeling Verloskunde!