Daniëlle vertelt:

‘Ik weet nog precies hoe ze voor me zat hier in de spreekkamer. Zo stralend en gelukkig met haar zwangerschap. Dat ik haar moest vertellen dat ze vanaf nu een hele andere weg in zou slaan, blijft een van mijn zwaarste gesprekken. Vera was al redelijk ver in haar zwangerschap toen ze een bultje in haar borst voelde. En dan denk je eerst nog; je bent zwanger dus er gebeurt ook veel in de borsten. Maar bij het vervolgonderzoek zagen we al snel dat het er niet goed uitzag. Uit het biopt bleek dat het om borstkanker ging met uitzaaiing in de oksel. We startten direct met haar behandeling. We begonnen met een chemokuur, dat kan als je al wat verder in je zwangerschap bent. En daarna een borstoperatie. Vera bleef al die tijd zo positief en vol kracht. Bij iedere behandeling moesten we haar steeds vertellen dat het zwaar zou worden. En toch zat ze er iedere keer weer bij van ‘ik ga dit gewoon doen.’

Tegen het einde van haar zwangerschap lieten we haar eerder bevallen. In week 38 uit m’n hoofd. Ze beviel van een zoontje. Vera was zo blij met hem en met haar ging het ook goed. Na haar bevalling had ze nog wel chemo- en hormoontherapie. Omdat ze bij de diagnose al geen goede prognose had door de uitzaaiing, bleven we haar goed monitoren. Bij ieder klachtje was ik bang dat het mis zou zijn. Het voelde soms alsof wij, haar behandelteam, er meer onder leden dan zijzelf. Waar ik anders patiënten help om kracht te vinden, gaf Vera mij juist iedere keer weer kracht. Ze zat zo vol levenslust en zag overal het licht en leven in.

Na zo’n drie jaar vertelde Vera dat ze nog een tweede kindje wilde. En daar gingen we over in gesprek. Is dat verstandig nu? Moet je dat willen? Vera was daar zelf ook heel realistisch in. Ze wilde graag een broertje of zusje voor haar zoon. Ze wilde een maatje voor hem als zij er niet meer zou zijn. Ze werd zwanger van de tweede en beviel van een dochtertje. Haar dochter was een aantal maanden oud toen ze me mailde dat ze een knobbel bij haar oksel had en dat ze niet meer zo fit was. Ze kwam terug bij ons voor een pet-scan en we zagen dat de kanker volledig was uitgezaaid naar haar botten en de lever. Toen het duidelijk was dat het niet meer goed zou komen, hebben de chirurg en ik elkaar vastgepakt en samen staan huilen.

Vera is iemand die ik nooit meer vergeet. Ze leerde mij dat er op alle fronten hoop is en dat je naar de positieve kanten moet kijken. Door haar help ik patiënten nu nog meer om wilskracht en positiviteit naar boven te halen. En bij (jonge) patiënten om ook naar de toekomst te blijven kijken. Waar ik eerder meer meegaf om vooral op jezelf te focussen, geef ik nu juist ook altijd mogelijkheden mee, zoals eicellen oogsten. Zodat die optie er altijd blijft. Want Vera had nooit spijt van haar kinderen. Ze wist dat ze hen iets moois had gegeven. Haar licht en levenslust blijf ik voor altijd meenemen naar mijn patiënten.’

*De naam van deze patiënt is aangepast om haar privacy en die van haar familie te beschermen.